Jahāngīr
Jahāngīr, ook gespeld Jehangir, oorspronkelijke naam Nūr-ud-dīn Muhammad Salīm (Fatehpur Sikri, 31 augustus 1569-aldaar, 28 oktober 1627), keizer van India van 1605 tot 1627.
Jahāngīr zette de tradities van zijn vader voort. Een oorlog met het prinsdom Rajput van Mewar werd beëindigd in 1614 op genereuze voorwaarden., Campagnes tegen Ahmadnagar, geïnitieerd onder Akbar ‘ s bewind, werden voortvarend voortgezet, met Mughal wapens en diplomatie vaak gedwarsboomd door de bekwame Ḥabshī (slaaf), Malikambambār. In 1617 en 1621 sloot Prins Khurram (later Sjah Jahān) blijkbaar overwinnende vredesverdragen. Jahāngīr was, net als zijn vader, geen strikte soennitische moslim; hij stond bijvoorbeeld toe dat de Jezuïeten publiekelijk twisten met Moslimululamāʾ (theologen) en bekeerlingen maakten.,na 1611 accepteerde Jahāngīr de invloed van zijn Perzische vrouw, Mehr al-Nesāʾ (Nūr Jahān); haar vader, Iʿtimād al-Dawlah; en haar broer Āṣaf Khan. Samen met Prins Khurram domineerde die kliek de politiek tot 1622. Daarna werden Jahāngīr ‘ s dalende jaren verduisterd door een breuk tussen nūr Jahān en Prins Khurram, die openlijk rebelleerde tussen 1622 en 1625. In 1626 werd Jahāngīr tijdelijk onder dwang geplaatst door Mahābat Khan, een andere rivaal van Nūr Jahān ‘ s groep. Jahāngīr stierf tijdens een reis van Kashmir naar Lahore.,
Jahāngīr, een zware drinker en opiumeter—totdat excess hem vergelijkende matiging leerde—stimuleerde de Perzische cultuur in Mughal India., Hij bezat een gevoeligheid voor de natuur, een scherpe perceptie van het menselijk karakter, en een artistieke gevoeligheid, die zich uit in een ongeëvenaarde patronage van de schilderkunst. Mughal schilderij bereikte een hoog niveau van elegantie en rijkdom tijdens zijn bewind.