goed vs. goed-hoe moet ik ze gebruiken?
een veel voorkomende fout in het Engels is om de woorden goed en goed te misbruiken. De vuistregel is dat goed een bijvoeglijk naamwoord is en goed een bijwoord. Goed wijzigt een zelfstandig naamwoord; iets kan goed zijn of lijken. Well wijzigt een werkwoord; een handeling kan goed gedaan worden. Echter, als je het hebt over gezondheid, goed kan worden gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord.
alles wat u moet onthouden wanneer u nadenkt of goed of goed het beste is voor uw zin is dat goed een persoon, plaats of ding wijzigt, terwijl goed een actie wijzigt. Als je een goede dag hebt, dan gaat je dag goed.
hier hebben we een duidelijke actie werkwoord: doen. Doe moet worden aangepast met goed, niet goed.,
lasagne is een zelfstandig naamwoord—een ding-dat moet worden gewijzigd met goed. Nonaction werkwoorden, zoals zijn, kijken, lijken en voelen kunnen ook goed zijn, het bijvoeglijk naamwoord.
uitzonderingen op de Well/Good-regel
gezondheid en welzijn
wanneer we verwijzen naar iemands gezondheid of welzijn, wordt well gewoonlijk gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord.ze vroeg naar David ‘ s ziekte, en ik vertelde haar dat hij nu in orde is.,
wanneer je iemand vertelt ” wees goed!”je hebt het over het gedrag van die persoon. Echter, om te zeggen: “het gaat u goed!”is om een wens uit te drukken voor hun goede gezondheid.
Linking werkwoorden
Linking werkwoorden kunnen worden gebruikt met goed, een bijvoeglijk naamwoord, in plaats van goed, een bijwoord, omdat ze een toestand beschrijven in plaats van een actie. Veel voorkomende koppelwerkwoorden zijn zin werkwoorden zoals voelen, lijken, kijken, verschijnen, ruiken, smaak, en geluid.